Penicillineallergie

Van alle antibiotica schrijven artsen penicilline het vaakst voor. 12 procent van de mensen geeft aan dat ze allergisch zijn voor penicilline, maar bij minder dan 1 procent is dat echt zo. Velen krijgen dus onnodig een antibioticum dat minder goed werkt en voor meer resistentie tegen antibiotica zorgt. Het UZA onderzoekt nu of een nieuwe diagnostische test voor minder foute diagnoses kan zorgen.

Didier Ebo
Prof. dr. Didier Ebo
Diensthoofd immunologie, allergologie, reumatologie
Vito Sabato
Prof. dr. Vito Sabato
Allergoloog

‘De overdiagnose van penicilline-allergie noemen we wel eens een epidemie’, zegt prof. dr. Didier Ebo. ‘In het UZA hebben we een groep van 1500 mensen onderzocht, van wie 12 procent aangaf dat ze een penicillineallergie hebben. Als we die 12 procent dan testen, blijkt slechts 8 procent van hen – of 15 van de 1500 mensen – echt allergisch te zijn.’

Correcte diagnose erg belangrijk

Als patiënten echt allergisch zijn, kan penicilline ernstige en soms levensbedreigende gevolgen hebben. Didier Ebo: ‘We gaan dan na welke andere antibiotica we wél veilig kunnen voorschrijven. Als patiënten aangeven dat ze allergisch zijn terwijl dat niet zo is, is dat ook nefast. Uit voorzorg krijgen ze dan een tweedekeus-antibioticum dat vaak minder goed werkt, duurder is, meer bijwerkingen heeft en voor meer resistentie tegen antibiotica zorgt. Dat proces waarbij bacteriën ongevoelig worden voor antibiotica is volgens de Wereldgezondheidsorganisatie net een van de grootste bedreigingen voor de wereldwijde gezondheid.’

Waarom geven zoveel mensen foutief aan dat ze allergisch zijn? Vaak dragen ze de valse diagnose al sinds hun kindertijd mee, bijvoorbeeld omdat ze ooit huiduitslag vertoonden – terwijl die misschien een symptoom was van een infectie of een bijwerking van andere geneesmiddelen. Prof. dr. Vito Sabato: ‘Als artsen een penicillineallergie vermoeden, zouden ze dat in het patiëntendossier uitgebreid moeten documenteren, ook met foto’s, en meteen doorverwijzen naar een allergiespecialist. Die kan dan bekijken of tests nodig zijn om de diagnose te bevestigen of uit te sluiten.’

Als artsen een penicillineallergie vermoeden, zouden ze dat in het patiëntendossier uitgebreid moeten documenteren en meteen doorverwijzen naar een allergiespecialist.

Tijdrovende tests

Er bestaan twee vormen van penicilline-allergie. De onmiddellijke allergische reactie treedt al binnen het uur na de eerste dosis penicilline op en verdwijnt meestal binnen de dag. De symptomen variëren van netelroos, een soort huiduitslag, en zwellingen tot kortademigheid en bewustzijnsverlies. De vertraagde allergische reactie doet zich meestal na enkele dagen voor en houdt ook langer aan. Meestal gaat het om verheven vlekjes op de huid die je niet kan wegdrukken.

Om de diagnose te stellen, worden bloed- en huidtests gebruikt. Die zijn niet dezelfde voor de onmiddellijke en de vertraagde allergie. Didier Ebo: ‘Als patiënten niet weten om welke vorm het bij hen ging, moeten ze de twee reeksen tests doorlopen. De bloed- en huidtests leveren niet altijd een duidelijke diagnose op. Ze ondergaan dan een provocatietest: om een reactie uit te lokken, worden ze in oplopende doseringen aan penicilline blootgesteld. Dat is niet helemaal ongevaarlijk. Als ze dan toch niet allergisch blijken te zijn, hebben ze wel heel wat tijdrovende en dure tests moeten doorlopen.’

De nieuwe test is veilig, niet belastend en ook geschkt voor kinderen: we nemen bloed af dat we dan in het laboratorium onderzoeken.

Veilig en kindvriendelijk

Het UZA bekijkt nu of een nieuwe diagnostische test kan helpen om een penicillineallergie snel en accuraat vast te stellen. Dat gebeurt met steun van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO) in het project 'Diagnosing drug allergy: the T is the key'. Vito Sabato: ‘We weten dat T-cellen – de dirigenten van ons afweersysteem – betrokken zijn bij zowel de onmiddellijke als de vertraagde allergische reactie. Vanuit dat inzicht hebben we een bloedtest ontwikkeld die we voor beide vormen kunnen inzetten. De test is veilig, niet belastend en ook geschikt voor kinderen: we nemen bloed af dat we dan in het laboratorium onderzoeken.’

De intussen afgeronde pilootstudie leert dat een testresultaat dat afwijkt altijd op een penicillineallergie wijst. Vito Sabato: ‘Verder onderzoek moet dan uitmaken om welke vorm van allergie het precies gaat, maar de uitlokkingstest hoeven patiënten dan zeker niet te ondergaan – we weten immers al dat ze een penicillineallergie hebben. De zogenaamde testgevoeligheid bedroeg 80 procent: als het resultaat niet afwijkend is, is er zowat 20 procent kans dat de patiënt toch een allergie heeft. Dat resultaat is niet slechter dan de bestaande bloed- en huidtests.’

De komende vier jaar wordt de test nu verder onderbouwd en verfijnd, bij patiënten in het UZA en het AZ Jan Palfijn in Gent. Didier Ebo: ‘We willen de test uitgebreid bestuderen bij 200 patiënten met een vermoeden van penicillineallergie en hem vergelijken met de huidige tests.’

Gerelateerde specialismen

Aangemaakt op
Laatste update op