Eerste duizend levensdagen

De eerste duizend levensdagen, van bevruchting tot pakweg twee jaar, zijn cruciaal voor de latere gezondheid van het kind. Kinderarts prof. dr. Kim Van Hoorenbeeck onderzoekt onder meer of je astma kan voorkomen door vroeg in te grijpen op bacteriën in de luchtwegen. Een andere studie, waaraan de dienst gynaecologie van het UZA meewerkt, verkent het verband tussen luchtvervuiling en de gezondheid van moeder en baby tijdens de zwangerschap.

Leen van den Eeden
Leen Van den Eeden
docent vroedkunde (Thomas More Lier, UAntwerpen)
Kim Van Hoorenbeeck
Prof. dr. Kim Van Hoorenbeeck
Kinderarts
Veerle Verheyen
Veerle Verheyen
Expert Milieu en Gezondheid bij Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO, UAntwerpen)

Van Hoorenbeeck: ‘De laatste jaren is er veel onderzoek gebeurd naar het belang van die eerste duizend dagen. Zo weten we dat de eerste levensjaren bepalend zijn voor het ontstaan van overgewicht, maar bijvoorbeeld ook van allergieën en slaap- en hechtingsproblemen.’ 

U onderzoekt vooral het verband tussen bacteriën in de lage luchtwegen en het optreden van infecties. Hoe zit dat in elkaar?

Van Hoorenbeeck: ‘We doen onderzoek naar de link tussen klachten van de lage luchtwegen zoals hoesten en piepen en het microbioom – dat is het geheel van bacteriën, virussen en gisten – in de luchtwegen. De aanwezigheid van bepaalde bacteriën vergroot de kans op astma en andere luchtweg­problemen, terwijl andere net beschermen. In eerste instantie focussen we op kinderen met mucoviscidose. We brengen hun microbioom in kaart en gaan na in welke mate dat samenhangt met het optreden van luchtweginfecties. Daarnaast bekijken we of we de samenstelling van het microbioom gunstig kunnen beïnvloeden door probiotica, zogenaamde ‘goede’ bacteriën, toe te dienen via een keelspray of tablet, om zo het risico op infecties, ontstekingen en slijmvorming te verminderen. We volgen specifiek mucopatiënten op omdat die veel infecties ontwikkelen en we dus snel de impact van een behandeling kunnen beoordelen.’

We bekijken of we de samenstelling van het microbioom gunstig kunnen beïnvloeden door zogenaamde ‘goede’ bacteriën toe te dienen 

Hoe raakt dat microbioom in de luchtwegen verstoord? En speelt dat bij alle kinderen?

Van Hoorenbeeck: ‘Wellicht spelen genetische factoren, luchtvervuiling, antibioticagebruik en vroege virale infecties een rol, maar zeker is dat nog niet. Veel van die oorzaken heb je bovendien niet of amper in de hand. Het lijkt dus interessant om de samenstelling van het microbioom te verbeteren en zo het risico op ziekten te verkleinen. Tot hiertoe volgden we mucopatiënten, maar we willen het onderzoek opentrekken naar andere jonge kinderen met chronische luchtwegklachten. Naast de beïnvloeding van het microbioom lijkt ook een strikter antibioticabeleid essentieel. Antibiotica kunnen de bacteriële flora immers flink overhoop gooien. Door ze spaarzaam en correct te gebruiken blijven de bacteriën beter in balans.’ 

Ook luchtvervuiling heeft een grote impact op de zwangerschap en de pasgeborene. De dienst verloskunde van het UZA deed daar samen met VITO onderzoek naar, via de IPANEMA-studie. Hoe hebben jullie dat aangepakt?

Leen Van den Eeden, docent vroedkunde (Thomas More Lier, UAntwerpen): ‘Het onderzoek gebeurde in samenwerking met prof. dr. Greet Schoeters (VITO, UAntwerpen) en prof. dr. Yves Jacquemyn (diensthoofd gynaecologie UZA). We volgden meer dan 200 zwangere vrouwen op die in het UZA wilden bevallen en brachten ook de gezondheid van hun baby’s in kaart. Dat gebeurde onder meer aan de hand van urine-, haar- en bloedstalen en uitgebreide vragenlijsten. Die aanpak is vrij uniek: tot nog toe gebeurden er vooral retrospectieve studies rond dit thema.’

Veerle Verheyen, expert Milieu en Gezondheid bij Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO, UAntwerpen): ‘We gingen onder meer op zoek naar het verband tussen de luchtkwaliteit rondom de woonplaats en biologische stress bij de moeder. Biologische stress vertaalt zich in het vrijgeven van cortisol, een stresshormoon dat nuttig is in noodsituaties. Aanhoudende verhoogde biologische stress kan tijdens de zwangerschap echter leiden tot hoge bloeddruk bij de moeder en negatieve gevolgen voor de ontwikkeling van de foetus.’ 

Welke resultaten kwamen er uit het onderzoek?

Verheyen: ‘We stelden vast dat er tijdens het derde trimester van de zwangerschap een significant verband bestaat tussen hogere concentraties verkeersgerelateerde luchtvervuiling en meer biologische stress bij de moeder. In het tweede trimester was dat er ook, maar alleen bij vrouwen die geen toegang hadden tot groen in hun wijk. Mogelijk tempert de nabijheid van groen het verband tussen luchtvervuiling en stress. De mogelijkheid tot ontspanning en beweging kunnen daarbij meespelen. Het zegt alleszins iets over het belang van groene ruimte voor de gezondheid.’

Van den Eeden: ‘We zagen geen verband tussen luchtvervuiling enerzijds en geboortegewicht en diabetes of hoge bloeddruk tijdens de zwangerschap anderzijds. Wellicht zijn er grootschaliger studies nodig om dat te kunnen vaststellen.’

Al die bevindingen doen vragen rijzen over hoe we als maatschappij omgaan met ouderschap en de zorg van de allerkleinsten.

Van Hoorenbeeck: ‘Dat is zeker zo. De wetenschap kan verbanden vaststellen en die kunnen leiden tot nieuwe behandelingen en aanbevelingen. Maar het is ook aan het beleid om stappen te nemen. Borstvoeding verdient de eerste zes maanden de voorkeur, maar hoe rijm je dat met een zwangerschapsverlof van drie maanden? Er zou meer ondersteuning mogen komen voor jonge gezinnen die werk en opvoeding combineren. En wat te doen met het verband tussen luchtvervuiling en astma? Of tussen armoede op heel jonge leeftijd en een slechte gezondheid?’

Verheyen: ‘Wat luchtvervuiling betreft, is het aan het beleid om via de regelgeving voor luchtvervuiling en via stadsplanning de blootstelling aan luchtvervuiling te verminderen en voor voldoende ruimte en groen te zorgen in woonwijken, wat gelukkig al volop gebeurt. Maar we moeten ook werken aan bewustmaking. In 2019 werd berekend dat de Vlaming bij levenslange blootstelling aan fijnstof gemiddeld 13 maanden minder lang gezond blijft. Als individu sta je daar niet helemaal machteloos tegenover: zo is het belangrijk je woning regelmatig te verluchten en verplaatsingen kan je plannen op tijdstippen of via routes die minder kans op vervuiling geven. Dat kan je onder meer checken op de website van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), via www.vmm.be/lucht. Gelukkig verbetert de algemene luchtkwaliteit in Vlaanderen jaar na jaar.’

Er zou meer ondersteuning mogen komen voor jonge gezinnen die werk en opvoeding combineren.

Het legt ook wel druk op ouders, weten dat er zo veel factoren een rol spelen bij de ontwikkeling van je kind.

Van Hoorenbeeck: ‘Dat is zo, maar met gezond verstand komen we al ver. Neem nu voeding. Misschien moeten we daar minder ingewikkeld over doen en het voorbeeld van onze grootouders nemen, die minder bewerkte voedingswaren en kleinere porties aten en die de brooddozen van hun kroost met gewone boterhammen vulden. Laat ons opnieuw wat meer op onze intuïtie ­vertrouwen.’ 

Oog voor kwetsbaarheid

Sommige vrouwen zijn tijdens hun zwangerschap extra kwetsbaar omdat ze te maken krijgen met moeilijke leefomstandigheden of specifieke problemen. Denk aan familiaal geweld, armoede, depressie of slechte huisvesting. Om die problemen sneller op te sporen en aan te pakken riep het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) het project Born in Belgium Professionals in het leven. Met een online tool kunnen hulpverleners zwangere vrouwen screenen op psychosociale kwetsbaarheden. Die informatie wordt gecentraliseerd op een online platform, dat toegankelijk is voor zorg- en hulpverleners uit de (para)medische en sociale sector. Zo kunnen zij gemakkelijker de juiste zorg of ondersteuning opstarten. 

© Foto Leen Van den Eeden: Gewoon Wij - Fotografie

Aangemaakt op
Laatste update op