De gemiddelde patiënt

Deze zomer kregen alle ziekenhuizen de berekening van hun forfait voor geneesmiddelen in de bus, voor de periode van 1 juli 2012 tot 30 juni 2013. Het RIZIV vergoedt met dat forfait driekwart van de frequent gebruikte geneesmiddelen bij gehospitaliseerde patiënten. 

Johnny Van der Straeten
Johnny Van der Straeten
Voormalig gedelegeerd bestuurder UZA

Het totale budget werd verminderd van 200 miljoen naar 180 miljoen euro, terwijl die medicatie de ziekenhuizen in werkelijkheid 337 miljoen euro kost. Het budget dat de overheid ter beschikking stelt, dekt dus nog slechts 54% van de kosten.

De huidige economische crisis laat zich door dat soort sluipende maatregelen steeds harder voelen in de ziekenhuizen. We vragen ons terecht af of de kwaliteit van onze zorg nog kan gegarandeerd blijven. 

Het welzijn van de grootste groep

Ook vergoedingen voor dure medicijnen buiten het forfait en implantaten worden steeds meer geweigerd. Patiënten die die medicijnen of implantaten nodig hebben, moeten ofwel kapitaalkrachtig zijn ofwel genoegen nemen met een lagere levenskwaliteit. Ziekenhuizen en artsen zoeken dikwijls zelf naar oplossingen. De overheid heeft nu als filosofisch-ethisch uitgangspunt het utilitarisme: iets is rechtvaardig als het bijdraagt tot het welzijn en geluk voor de grootste groep mensen. Dus berekent men de tussenkomst in de kosten op basis van de gemiddelde patiënt. Artsen daarentegen redeneren vanuit hun plichtsethiek: het is rechtvaardiger om te zorgen dat iedereen de best mogelijke behandeling krijgt voor zijn ziekte. Het utilitaristische denken kiest voor een maatschappij waarin de gemiddelde mens de standaard wordt. Meteen ook een keuze tegen het individu. Onze maatschappij gaat zo in tegen haar eigen fundamenten waarin solidariteit ook inhoudt dat er voor elk individu wordt gezorgd. 

Financiering baseren op de noden van de gemiddelde patiënt lijkt een aantrekkelijk principe. Waarom zou de overheid meer geld moeten uitgeven voor het ene individu dan voor het andere? De zwakheid in die retorische vraagstelling is dat in de gezondheidszorg het gemiddelde allesbehalve een perfect beeld geeft van de realiteit.

Ondertussen in het zomernieuws: steeds meer Belgen nemen een ziektekostenverzekering voor hun huisdier. Jaarlijks geven zij meer dan 211 miljoen euro uit aan medische zorg voor hun geliefde huisgenoot. Dit is 31 miljoen meer dan de ziekenhuizen krijgen voor de medicatie van hun gemiddelde patiënt.

Aangemaakt op
Laatste update op