Ziekenhuispaspoort voor kinderen: een beetje minder bang

Liefst bij mama op schoot tijdens een prik? K3 in de oortjes om dat lastige onderzoek net iets minder lastig te maken? Chronisch zieke kinderen kunnen het voortaan zelf aangeven in hun ziekenhuispaspoort.

Verhulst
Prof. dr. Stijn Verhulst
Diensthoofd kindergeneeskunde

Een verdovende pleister, een grappige dierenmuts of afleiden met een prentenboek: artsen en verpleegkundigen hebben zo hun eigen methodes om moeilijke momenten tijdens een ziekenhuisbezoek te verzachten. Sinds kort is daar een nieuw instrument bijgekomen: een ziekenhuispaspoort voor kinderen met een chronische of langdurige ziekte. Het initiatief komt van pedagogisch medewerker Lotte Marnef. 'Ik vroeg me af hoe we onderzoeken voor de kinderen aangenamer kunnen maken en ontdekte dat het Universitair Medisch Centrum Groningen gebruik maakt van zo'n paspoort. Zij waren graag bereid om ons op weg te helpen.'

Het resultaat is een compact, leuk boekje dat in een plastic hoesje past, zodat het op een officieel document lijkt. Kinderen kunnen er van alles in noteren: hoe ze reageren als ze bang zijn, wie ze op dat moment het liefst bij zich hebben, wat de zorgverlener kan doen om hen op hun gemak te stellen ... 'Door de kinderen die dingen zelf te laten beslissen, geef je hen de regie voor een stuk in eigen handen, wat de angst vermindert', zegt Lotte.

Als een kind minder angstig is, verloopt een onderzoek of prik vanzelf vlotter.

Achteraan zijn tips te vinden om moeilijke momenten te verzachten. Lotte: 'We leggen de klemtoon op het positieve: wat helpt om je beter te voelen? Als we uitgebreid ingaan op wat niet leuk is, wordt de angst net groter.' Het paspoort mikt op kinderen van de lagereschoolleeftijd die voor hun ziekte regelmatig in het ziekenhuis moeten zijn. Het is de bedoeling dat ze het boekje zelf voorleggen aan de zorgverlener. 'Uiteraard kan het een keer gebeuren dat de arts geen rekening kan houden met hun wensen, bijvoorbeeld bij een noodgeval. Dat vermelden we vooraan in het boekje.' 

Cliniclowns

Initiatieven om ziekenhuisverblijven voor kinderen aangenamer te maken, zijn met de jaren alleen maar belangrijker geworden, weet diensthoofd pediatrie prof. dr. Stijn Verhulst. 'Zo ook in het UZA, waar we almaar meer focussen op patiënten met chronische en complexe ziekten. Veel van die kinderen moeten vaak in het ziekenhuis verblijven en lastige onderzoeken ondergaan. We vinden het heel belangrijk dat zo'n onderzoek zo comfortabel en pijnloos mogelijk verloopt. Ook zetten we al jaren in op initiatieven om de ziekenhuistijd wat leuker te maken: denk maar aan de ziekenhuisschool, de cliniclowns, de vrijwilligers ...'

De aanstelling van een pedagogisch medewerker – intussen zijn het er twee – was op dat vlak ook een grote stap vooruit: zij organiseren voor de kinderen allerlei activiteiten die hun aandacht even afleiden van hun ziekte, zoals een theatervoorstelling of een optreden. Ook de oprichting van een kinderraad blijkt een schot in de roos. Verhulst: 'Die heeft al goede ideeën opgeleverd, zoals ziekenhuismaaltijden meer afstemmen op kinderen.'

Comfort van kind primeert

Kindvriendelijke zorg wordt vandaag vanuit allerlei hoeken gestimuleerd. Zo subsidieert de overheid de aanstelling van een pijnverpleegkundige voor kinderen, die ondersteuning biedt op alle afdelingen waar vaak kinderen komen. En ook JCI, een organisatie die internationale normen voor zorgkwaliteit bepaalt, legt de lat hoog. 'Er zijn heel duidelijke richtlijnen wat het pijnbeleid voor kinderen betreft. Zo moeten wij als kinderarts bij elke raadpleging de pijn van onze patiënt een score geven. Daaraan zijn dan bepaalde maatregelen gekoppeld', zegt Verhulst.

 Zorg op kindermaat vraagt om een bepaalde ingesteldheid: het comfort van het kind primeert op dat van de zorgverlener. Verhulst: 'Zo gebruiken we tegenwoordig een mengsel met lachgas om bijvoorbeeld de pijn van een prik te verzachten. Dat maakt een onderzoek natuurlijk wat omslachtiger. Maar dat is het absoluut waard. Niemand ziet graag kinderen of ouders die overstuur zijn.'

 Ook het ziekenhuispaspoort vraagt een zekere tijdsinvestering. Maar Lotte verwacht dat die tijd zichzelf zal terugverdienen. 'Als een kind minder angstig is, verloopt een onderzoek of prik vanzelf vlotter.' Ze kreeg al veel enthousiaste reacties, maar beseft ook dat het project maar kan slagen als iedereen aan hetzelfde zeel trekt. 'Dus ga ik langs op de spoed, op de MRI-afdeling, bij neus-keel-oorziekten ... Overal waar kinderen komen, moeten de medewerkers weten waarvoor het boekje dient', aldus Lotte. 

VR-bril bereidt kinderen voor

Op safari door de jungle met een virtual reality-bril op je neus: je zou bijna vergeten dat je in een ziekenhuis bent. Het UZA heeft sinds kort een aantal van die VR-brillen in huis. Ze zijn onder meer bedoeld om kinderen voor te bereiden op een MRI-onderzoek. Daarvoor biedt het UZA twee filmpjes aan, met acteerwerk van onder andere Henny Seroeyen en Tuur De Weert. Die nemen de kinderen verhalenderwijs mee naar de MRI-afdeling. 'Met dank aan de filmschool RITCS: enkele studenten hebben de filmpjes kosteloos voor ons gemaakt, van script tot montage. Het resultaat is heel geslaagd: voor de kinderen voelt het echt alsof ze al eens in de MRI-tunnel zijn geweest', zegt pedagogisch medewerker Lotte Marnef. Daarnaast wil het team de brillen ook inzetten als afleiding tijdens een onderzoek of gewoon als ontspanning.

Gerelateerde specialismen

Aangemaakt op
Laatste update op