Vruchtbaarheid na kanker: 'En als ik later kinderen wil?'

Nu kanker, maar later toch kinderen krijgen? Vooral voor vrouwen blijft het een onzeker verhaal. Het Centrum voor Reproductieve Geneeskunde zoekt volop mee naar betere technieken om hun vruchtbaarheid te bewaren.

De kans dat patiënten na chemotherapie, radiotherapie of kankerchirurgie onvruchtbaar zijn, is vrij groot, afhankelijk van het type kanker en de therapie. 'Toch hoor ik nog altijd vrouwen met veel spijt vertellen dat er na hun kankerdiagnose niets is gedaan om hun vruchtbaarheid te vrijwaren, zelfs al hebben ze daar zelf om gevraagd. Kankerspecialisten zetten op dat vlak soms geen stappen, omdat het op dat moment minder belangrijk lijkt of omdat ze niet weten waar ze terecht kunnen', zegt prof. dr. Diane De Neubourg, hoofd van het Centrum voor Reproductieve Geneeskunde (CRG). Ideaal is dat de arts de kwestie na de diagnose zelf aankaart, zodat patiënten een bewuste keuze kunnen maken.
 
Voor vrouwen zijn er een aantal opties, al biedt geen enkele echte garanties. De Neubourg: 'Als er genoeg tijd is en het voor de vrouw geen risico's inhoudt, kan ze kiezen om eicellen te laten invriezen. Dat gebeurt na hormonale stimulatie, zoals bij IVF. Alleen hebben we na één cyclus maximaal acht à tien eicellen, terwijl je er waarschijnlijk twintig à 25 moet hebben om later een redelijke kans op succes te hebben. Bij IVF heb je per eicel immers maar 4 tot 5 procent kans op een zwangerschap.' Een koppel kan in principe ook embryo's laten invriezen. Maar dat heeft als groot nadeel dat beiden na een eventuele relatiebreuk met lege handen achterblijven en is daarom minder wenselijk.

Eierstokweefsel invriezen

Een alternatief is om een stukje eierstokweefsel weg te nemen en in te vriezen. Als dat weefsel later opnieuw wordt ingeplant, bestaat de kans dat de vrouw weer een cyclus krijgt en zwanger wordt. In twaalf jaar tijd zijn er wereldwijd wel nog maar een zestigtal baby's op die manier geboren. 'Het probleem is dat de transplantatie heel vaak mislukt', legt fertiliteitsbioloog dr. Kris Peeters uit. 'Lukt het wel, dan is het nieuwe eierstokweefsel vaak maar een paar maanden productief. Daarom zoeken ook wij volop mee naar betere technieken. Eén daarvan is om eiblaasjes uit het ontdooide eierstokweefsel te halen en die terug te plaatsen of buiten de baarmoeder te laten rijpen tot volwaardige eicellen. Mogelijk geeft dat betere resultaten.'
 
Voor mannelijke patiënten die zaadcellen laten invriezen, liggen de kaarten veel beter. 'Al waarschuwen we ook hen dat het misschien niet gemakkelijk zal gaan. Doordat ontdooide zaadcellen minder beweeglijk zijn, moeten die koppels vaak overgaan tot IVF of ICSI. Maar de kans dat ze aan het eind van de rit een kind krijgen, is wel heel groot', aldus Peeters.

Aangemaakt op
Laatste update op