Spoed in beweging

De dienst spoedgevallen onderging een hele transformatie, met onder meer een vernieuwde ontvangstruimte, een nieuw systeem om patiënten in te delen naar dringendheid en een volledig verbouwde hyperbare kamer.

Niemand gaat naar de spoedafdeling voor zijn plezier en iedereen vindt zijn eigen probleem belangrijk. Ook op de spoed is wachten soms echter onvermijdelijk. En het kan gebeuren dat die ene meneer die zich na u aanmeldde, eerder dan uzelf aan de beurt komt. 'Op de spoed helpen we nu eenmaal de patiënten met de meest dringende problemen eerst', zegt diensthoofd prof. dr. Koen Monsieurs. 'Tot voor kort beoordeelden onze verpleegkundigen vooral op basis van ervaring wie het eerst hulp nodig had, maar sinds kort hebben we daarvoor een formeel systeem. Dat was ook nodig met het oog op de JCI-accreditatie (Joint Commission International) die het ziekenhuis wil behalen, een internationaal label dat vooral aandacht besteedt aan patiëntveiligheid en zorgkwaliteit. Ook los daarvan waren wij echter al langer vragende partij voor zo'n systeem.'
 

Kort samengevat krijgt elke patiënt voortaan een kleur toegekend naargelang de dringendheid van zijn probleem (zie ook hier). De 'rode' patiënten zijn degenen met de meest acute problemen die ogenblikkelijk hulp nodig hebben. Aan de andere kant van het spectrum heb je de 'blauwe' patiënten, van wie de aandoening geen dringende behandeling vraagt en die dus afhankelijk van de drukte wat langer geduld moeten hebben. 'Nog terwijl de patiënt wordt ingeschreven, gaat een verpleegkundige na hoe dringend zijn probleem is', legt Monsieurs uit. 'Dat gebeurt in een van onze twee triageruimtes, vlakbij de receptie. Eén is bestemd voor patiënten die op eigen kracht naar de spoed zijn gekomen, de andere voor degenen die met de ziekenwagen zijn gebracht. Met die aparte ruimtes kunnen we de patiënt ook meer privacy geven: zo hoeft hij niet aan de balie uit te leggen waarvoor hij komt.'

Eerst pijnstilling

De patiëntentriage gebeurt op basis van het Manchester-triagesysteem, een internationaal toegepaste methode. De verpleegkundige meet onder meer lichaamstemperatuur en bloeddruk en informeert of en in welke mate de patiënt pijn heeft. Vervolgens doorloopt de verpleegkundige systematisch korte reeksen met vragen op de computer. Ademt de patiënt normaal? Heeft hij of zij koorts? Is er sprake van bloedverlies? ... Op basis daarvan krijgt de patiënt automatisch een kleurcode toegekend. Monsieurs: 'De triage verloopt dus volledig objectief, zoals het hoort op een spoedafdeling. Hoe dringender het probleem, hoe sneller de patiënt aan de beurt komt.' Afhankelijk van de kleurcode wordt een bepaalde tijd vooropgesteld waarbinnen de patiënt in principe moet worden geholpen. De dienst engageert zich om die maximale wachttijd niet te overschrijden. Indien nodig krijgt de patiënt wel al meteen pijnstilling.

Bij de triage wordt meteen ook het valrisico van een patiënt ingeschat, ook op basis van een standaard vragenlijst. 'Bij een verhoogd valrisico krijgt de patiënt een blauwe armband om en nemen we de nodige voorzorgsmaatregelen. Als die patiënt bijvoorbeeld in een bed moet, zetten we de hekken omhoog. Dat klinkt allemaal vanzelfsprekend, maar door het valrisico actief in te schatten, verminder je het aantal valincidenten', vervolgt Monsieurs.

Nog drie wachtenden voor u

Ook voor de spoedmedewerkers is het nieuwe systeem een hele vooruitgang. Op een nieuw overzichtsscherm zien ze in een oogopslag welke patiënten aanwezig zijn en wie het eerst moet worden behandeld. Zeker op drukke momenten kunnen ze de werkprocessen zo beter sturen.

Nieuw is ook dat patiënten voortaan beter kunnen inschatten hoe lang ze zullen moeten wachten. Ze krijgen immers te horen tot welke kleurcategorie ze behoren en wat bijgevolg de maximale wachttijd is. Op de schermen in de wachtkamer staat aangegeven hoeveel patiënten er per kleur zijn aangemeld. Daaruit kan iedereen min of meer afleiden hoe lang het nog zal duren, wat het wachten meteen een stuk draaglijker maakt. Ook de receptie en de aanpalende wachtkamer werden overigens verbouwd. De wachtkamer is comfortabeler ingericht en de receptie werd met een tweede inschrijvingsloket uitgerust, wat de wachtrij op piekmomenten korter maakt.

Kleine ingreep, groot effect

Monsieurs: 'Verder starten we ook met het zogenaamde fast track-systeem. Dat houdt in dat we patiënten met relatief kleine problemen op kortere tijd kunnen behandelen. We spreken dan over de patiënten die geen bed of aparte ruimte nodig hebben, maar gewoon kunnen wachten in de wachtzaal. Die mensen hebben bijvoorbeeld een verstuikte enkel, een relatief kleine wonde, een gebroken been of lichte buikpijn. Ze krijgen uiteraard geen voorrang op patiënten met dringender problemen, maar kunnen in vergelijking met vroeger sneller naar huis.' Concreet werden een aantal eenvoudige maar doeltreffende aanpassingen doorgevoerd. Zo krijgen de artsen en verpleegkundigen die zich om die patiënten bekommeren een aparte werkplek die onmiddellijk aansluit op de binnenwachtzaal. Deuren werden verplaatst om de verplaatsingstijden zo kort mogelijk te houden. Monsieurs: 'Dat zijn kleine ingrepen, maar op een groot aantal patiënten levert het een behoorlijke tijdswinst op.'


Ten slotte werd ook de hyperbare kamer helemaal onder handen genomen. Een hyperbare kamer of caisson is een soort grote tank waarin patiënten onder verhoogde omgevingsdruk zuurstof inademen. De therapie wordt ingezet voor de behandeling van uiteenlopende aandoeningen, gaande van CO-vergiftiging tot duikongevallen.  'Op de tank na, die nog in goede staat was, werd alles vervangen: van de bedieningskamer tot de verlichting. Bovendien kunnen patiënten voortaan televisie kijken en naar muziek luisteren. We konden de nodige apparatuur financieren dankzij een prijs van meer dan 7.000 euro van de Belfius Foundation, een private stichting voor solidariteitsmecenaat in België', zegt hoofdverpleegkundige Tim Das. Ook dat is een hele verbetering voor de patiënt: de duur van een behandelingssessie kan immers oplopen tot acht uur.

Spoed

Wat? Behalve de ‘gewone’ spoedafdeling omvat de dienst spoedgevallen van het UZA ook een nachthospitaal en een eenheid voor hyperbare zuurstoftherapie, beter bekend als caisson.

Wie? De spoed telt vijf vaste geneesheren-specialisten, zes specialisten in opleiding, 45 verpleegkundigen, zes ambulanciers, twee vaste poetskrachten en tien secretariaatsmedewerkers.

Waarom? De dienst spoedgevallen is, zoals de naam zegt, bedoeld voor spoedeisende hulp. Dat hoeven daarom geen levensbedreigende problemen zijn: ook de verzorging van snijwonden en breuken behoort bijvoorbeeld tot de taak van de spoeddienst.

Welke wagens? De dienst beschikt over een MUG-voertuig en 2 ziekenwagens. Met de MUG worden jaarlijks een 1.200-tal interventies uitgevoerd. Elk jaar worden ook zo'n 800 zwaar zieke patiënten uit andere ziekenhuizen opgehaald.

Gerelateerde specialismen

Aangemaakt op
Laatste update op